Op 20 april 2010 kwam ik terug van 6 maanden Argentinië. Op 19 april 2011 vertrok ik voor 3 maanden naar Cuba. Het was niet dat ik per se niet langer dan een jaar in Nederland wilde blijven (hoewel, voor de komende jaren klinkt dat nog niet eens als een heel verkeerd streven… sorry mam) of dat ik opnieuw de Weeda familiedag met Pasen wilde ontlopen. Nee, dit was gewoon hét moment om richting een nieuw Latijns-Amerikaans land te trekken, een land wat me al tijden fascineerde: Cuba. De dag dat ik aankwam in Havana was de laatste dag van het congres van de communistische partij van Fidel en Raul Castro. Ingrijpende veranderingen werden aangekondigd, o.a. het ontslag van een half miljoen ambtenaren en het stukje bij beetje verder openen van de economie. Dit is hét moment om het ‘oude’ Cuba nog mee te maken en het land wellicht al te zien veranderen… Ik wilde er bij zijn en er met m’n neus bovenop zitten.
Maanden was ik dan ook al bezig contacten te leggen met universiteiten in Cuba. Want nee, als toerist wilde ik niet komen. Mijn onderzoekerstatus in Argentinië leverde me zo’n interessante kijk op het land op, dat ik opnieuw zoiets wilde. In dit geval had ik bedacht te gaan studeren in Havana. De zoektocht naar de mogelijkheden was een lang en veelal frustrerend proces. Na de moed bijna opgegeven te hebben, lukte het onwaarschijnlijke alsnog: ik kon komen studeren aan de CUJAE, de technische universiteit van Havana.
En zo geschiedde: ik schrijf dit bericht nu vanaf mijn kamer in het studentencomplex op de campus van de CUJAE. Hier ben ik de komende tijd bezig met een ‘urbanismo’ (stedenbouw) project. ‘Urbanismo’ is onderdeel van de architectuur faculteit. En of het toeval is weet ik niet, maar de faculteit zit in het aller lelijkste, meest vervallen gebouw van de campus. Ramen en deuren ontbreken dikwijls, wat ooit wit geschilderd was is zwart uitgeslagen, de liften doen het niet meer en de wind giert door het gebouw. “Bij de loodgieter thuis, daar lekt het” zegt men dan volgens mij. Gelukkig kijken Che Guevara en José Marti op iedere verdieping goedkeurend toe…
Wat ik hier inhoudelijk precies ga doen is nog wat onduidelijk. Maar de fysieke ontwikkeling van steden is een reuze interessante aanvulling op mijn master sociale geografie en mijn onderzoek in de sloppenwijken van Buenos Aires. Daarbij ligt/lag de nadruk namelijk op de sociale processen (migratie, globalisering), terwijl ik nu naar het fysieke aspect van de groei van steden kijken. Ik werk me momenteel door Cubaanse literatuur over dit thema, heb een professor die me begeleidt en zal ook nog wat colleges volgen etc. Zo heb ik vandaag een introductiecollege gehad in de stedelijke historie en huidige situatie van Havana. Deze stad is hoe dan ook een boeiend onderzoeksobject; in tegenstelling tot de mondiale trend krimpt de stad hier juist en heeft men te maken met enorme vergrijzing. De komende tijd ga ik me hier verder in verdiepen en een mooi project opzetten.
Mijn belangrijkste doel is natuurlijk Cuba te ontrafelen. Van te voren was ik al gewaarschuwd dat dit een complex land is en na 2 weken kan ik die waarschuwing al bevestigen. Het is vooral lastig te weten wie je kunt vertrouwen en ik heb het gevoel dat men in eerste instantie vooral op m’n geld uit is. Als je met een Cubaan ergens naartoe gaat laten ze je vrijwel altijd betalen (‘ik heb geen of niet genoeg geld bij me’ zeggen ze als je al bij de kassa staat) en zo zetten ze je steeds voor het blok. Ze delen je voortdurend in hun problemen (die ze zeker hebben), maar ik ben natuurlijk niet degene die dat allemaal op kan lossen. Dit is een aspect van het leven hier waar ik de komende tijd mee om moet zien te gaan, tot nu toe is het lastig.
Maar uiteraard, dit land barst van de prachtige anekdotes en verhalen. Over bijna iedere hoek van de straat is hier wel wat te vertellen. Havana maakt op mij vooral een indruk van vergane glorie. De meest prachtige gebouwen staan hier, maar alles is zo slecht onderhouden. Beton brokkelt af, verf bladdert af en meermalen staan er nog slechts 2 muren van iets wat ooit een prachtig koloniaal gebouw was. Verder is het transportsysteem dramatisch. Deze stad van 2 miljoen inwoners heeft geen metro, waardoor iedereen afhankelijk is van bussen. Naast het feit dat je soms tijden staat te wachten (sowieso gaat hier veel tijd verloren aan wachten; voor de bus, bij de bank, zelfs om een goedkoop ijsje te halen staan mensen hier zo een half uur in de rij), zijn deze bussen ook nog eens overvol. Af en toe hangt de laatste reiziger half buiten de bus, zich vastklemmend aan de openstaande deuren. Overigens zijn veel van deze bussen oude gele exemplaren uit Nederland. Zodoende heb ik al met de bus naar Apeldoorn, Almere, Rotterdam, ‘Groepsvervoer’ en ‘Buiten dienst’ gereisd.
Ik ga praktisch alleen maar om met Cubanen. Zo ben ik naar het strand, concerten en het theater geweest. Ook heb ik al een verjaardagsfeestje gehad, een bijzondere gewaarwording. Om 8.30 ’s ochtends kwamen we bij elkaar om de bus te pakken. Drie kwartier later stonden we daadwerkelijk in een overvolle bus richting een buitenwijk van Havana. De jarige had de tuin met zwembad van een luxe villa afgehuurd en daar brachten we de hele dag door. Om 11.00 uur werden de eerste flessen rum opengetrokken. Met dronken, emotionele, schreeuwende en uitbundig dansende Cubanen tot gevolg…
Op zondag voetbal ik met een stuk of 5 Cubanen ergens op een betonnen veldje, letterlijk tussen de mango’s, kokosnoten en geitenkeutels door. In Argentinië was mijn voetbalkennis meer dan eens dé remedie om het ijs te breken voor een leuk gesprekje. En hoewel de nationale sport hier pelota (honkbal) is en het nationale Cubaanse voetbalteam nog nooit iets heeft gepresteerd, zie je overal mensen op straat voetballen en ben ik al heel wat idolate voetbalfans tegen gekomen. Dus ook hier is het een handig aanknopingspunt voor een gesprek. Zoals iedere ochtend bij een kraampje waar ik een broodje, belegd met een laag ham van 2 centimeter dik, koop. Het standje hangt vol met FC Barcelona vlaggen en sjaals en de verkoper is altijd gehuld in een Barça shirtje. Vanaf dag één wil hij het met El Holandés over zijn favoriete team hebben. Dat doe ik natuurlijk met alle plezier.
Hoe de komende tijd er precies uit gaat zien weet ik nog niet. Maar dat het weer een mooi avontuur gaat worden staat wat mij betreft al vast…
Hasta luego!
He Sander! geweldig! suena como una fantastica aventura amigo, tu historia de los buses, el futbol, y estar rodeado de mangos y frutas tropicales me hace pensar también en mi tierra. ¡Que bueno que estás divirtiendote amigo, te mando un abrazo desde holanda!
BeantwoordenVerwijderenMario
Mooi verhaal Sander! Blijf schrijven, dan blijf ik je volgen ;)
BeantwoordenVerwijderenLas bolas!
Tjerk
Sander! Een mooi verhaal heeft geen foto's nodig! Nu maar eens op zoek naar een retourtje Varadero (hou je op de hoogte). :)
BeantwoordenVerwijderenHasta la pasta. Bram
Fantastisch verhaal. Que loco! Me gustaria ir a Havana... Pero no puedo, la p*ta madre!
BeantwoordenVerwijderenBesoooo!!
SanderS
San! Super mooi verhaal weer, je hebt het prachtig beschreven :)
BeantwoordenVerwijderenBenieuwd naar de foto's! Heb je de grootste sigaar ter wereld nog kunnen bewonderen? Ciao en liefs, su hermana
Hee Sander! Ik wist helemaal niet dat je alweer weg was.. Hopelijk wordt het net zo fantastisch als in Argentinië, maar met jouw reislust en avontuurlijkheid komt dat vast helemaal goed!! Ontzettend veel plezier gewenst en ik blijf je volgen.
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Manon