dinsdag 14 juni 2011

Spoedcursus Cuba (deel II)

We zijn weer enkele weken verder en ik heb mijn verkenning van Cuba stug doorgezet. Tijd voor een tweede deel van de spoedcursus over dit fascinerende land. De vorige keer heb ik het voornamelijk gehad over de economie en dubbele munt in Cuba. Maar er zijn natuurlijk meer dingen die hier wringen.

Eén daarvan is de informatievoorziening, iets wat ik aan den lijve ondervind. Mij was als student e-mail en internettoegang op de universiteit beloofd. Het aanvraagproces nam echter al 5 weken in beslag; de bureaucratische rompslomp waar ik al eerder naar refereerde. Maar, op een dag gebeurde het onwaarschijnlijke alsnog: mijn internetaanvraag was geaccepteerd en ik kon zelfs met m’n laptop op bepaalde punten een wireless signaal opvangen! Veel sites, waaronder Hotmail en Facebook, zijn geblokkeerd, maar gelukkig deed NOS.nl het wel. Nu kon ik eindelijk lezen hoe Ajax het voor elkaar kreeg kampioen te worden, hoe Pieter Weening zijn Giro d’Italia etappe won, hoe Mladic werd opgepakt en hoe in Duitsland een dodelijke komkommerbacterie (toch?) om zich heen greep/grijpt(?). Ook kon ik eindelijk dat ene liedje van Nick Drake – dat al 1,5 maand in mijn hoofd zat – luisteren, aangezien Youtube het tot mijn grote verbazing wel doet. Of beter gezegd, deed. Want na bovenstaande nieuws- en muziekbehoefte vervuld te hebben bleek ik mijn maandelijks beschikbare megabites aan internet verbruikt te hebben; binnen een week tijd!
Vorig jaar ontdekte ik dat in de sloppenwijken van Buenos Aires internet alom aanwezig is. Hier in Cuba is het luxe, voorbehouden aan mensen van de universiteit of met een goede kantoorbaan. Internet thuis komt praktisch niet voor.

De internet informatiestroom gaat dus grotendeels aan de Cubaan voorbij. Televisie dan? Als ik kan, kijk ik om 20.00 altijd even naar het Cubaanse journaal. Een kale man met een grote zwarte/grijze snor, die in alles autoriteit uitstraalt, deelt dan zijn landgenoten het laatste nieuws mee. Objectieve journalistiek bestaat niet heb ik bij een cursus geleerd, subjectieve zeer zeker wel. Het Cubaanse journaal is daar een goed voorbeeld van. Veelvuldig wordt begonnen met de resultaten van de oogst of industrie vol trotst te vermelden. Ook zijn er praktisch dagelijks items over de (inter)nationale dag van… ‘de akkerbouwer’, ‘de kraamhulp’, ‘de rijstproductie’ en noem maar op. Met de bijbehorende zingende kinderen en toespraken van heren met stropdassen. Iedereen is blij, want ‘oh, de akkerbouwer/kraamhulp/rijst is zó fantastisch’... Beelden van overstromingen in steden in Oost-Cuba kwamen slechts op het eind van het journaal.
Fascinerend vond ik ook een item van ruim 5 minuten waarin werd bepleit dat de dood van een gevangen dissident niks met zijn verblijf in de gevangenis te maken had. Doktoren kwamen aan het woord over de werkelijke doodsoorzaak, familieleden (of “familieleden”?) werden geïnterviewd en vertelden dat zijn gezondheid altijd al slecht was etc.
Reuze interessant is ook het buitenlandse nieuws. Het enige wat ik bijvoorbeeld vanuit Libië meekrijg zijn berichten over burgerslachtoffers door aanvallen van de VS. Ook heb ik opgemerkt dat er erg veel aandacht is voor de economische crisis in Spanje (en mindere mate Griekenland). Ondermeer items over voorturende studentenprotesten in Madrid. Ik moet eerlijk zeggen dat ik absoluut geen beeld heb van hoe (slecht) de situatie daadwerkelijk is. Maar op mij komen de berichten steeds over alsof men wil zeggen: ‘kijk, het kapitalisme faalt’ (ook). Nieuws dat in dit socialistische eiland in een kapitalistische wereld natuurlijk meer dan welkom is. Vorige week vroeg een Cubaanse vriend me hoe slecht de economische situatie echt is in Europa, aangezien hij zich terdege realiseert dat de informatie die hem bereikt gekleurd is. Ik moest eerlijk bekennen dat ik de huidige stand van zaken ook niet weet en momenteel vooral aangewezen ben op hetzelfde journaal.
Overigens, onze informatievoorziening in Nederland is natuurlijk ook gekleurd en wordt verzorgd vanuit een bepaalde perspectief (lees Joris Luyendijk er maar eens op na).

Tot nu toe heb ik nog maar weinig positiefs over het systeem hier vermeld… Daarnaast zijn er ook nog de verhalen van vaders van vrienden die 20 jaar geleden plotseling opgepakt werden en daarna nooit meer weer gezien zijn. Of de onderdrukking van dissidenten. Praktijken die naar mijn idee geen enkel regime rechtvaardigen.

Toch moet ik zeggen dat het socialistische systeem ook zeker zo zijn positieve punten heeft. Dat blijkt onder andere als ik praat met een Colombiaanse vriend die hier studeert. Zo is de veiligheidssituatie in Cuba vele malen beter dan in Colombia. Hier in Havana kun je ’s avonds ook nog prima (alleen) over straat lopen, iets wat in Bogota volgens hem ondenkbaar is. Daarnaast ontbreekt het de Cubanen misschien aan luxegoederen, maar iedereen wordt door de staat wel van een kleine hoeveelheid aan basisproducten (rijst, olie, brood) voorzien. Niemand hoeft hier dus te sterven van de honger. Haïti, hier om de hoek, is met haar huidige humanitaire ramp een voorbeeld van hoe het ook had kunnen zijn (maar geen idee of de Nederlandse media daar momenteel aandacht aan schenken?). Huisvestingsproblemen bestaan hier zeker en ik heb ook al een sloppenwijk in Havana bezocht. Maar vergeleken met wat ik in Buenos Aires heb gezien stelde dat niet veel voor. Verder heeft iedere Cubaan toegang tot gratis (en goede) medische zorg en is ook het onderwijs kosteloos, iets waar de Verenigde Staten nog wat van kunnen leren.

De verhouding met de Verenigde Staten is sowieso een interessant punt. Hier spreekt men niet van een embargo maar van een blokkade, wat veel meer inhoudt dan alleen economische restricties. Onder Bush is Cuba aangeduid als één van de landen die het terrorisme steunt. Eén van de daarbij behorende acties was het oppakken van vijf zogenaamde Cubaanse ‘terroristen’. Wat deze vijf precies gedaan hebben weet ik niet, maar heel Cuba is inmiddels bezaaid met aanplakbiljetten, muurschilderingen, standbeelden etc. voor Los cinco (De vijf). Ze zijn symbool geworden van de Cubaanse strijd tegen het imperialisme van de VS. Ik vroeg mijn docent (voorstander van het socialistische systeem) laatst of de komst van Obama enige verandering heeft gebracht. Hij zei dat aan de oppervlakte enkele punten zijn versoepeld, zoals het reizen van Cubanen in de VS naar Cuba. Maar politiek en economisch zijn de restricties volgens mijn docent alleen maar verder aangescherpt en is er slechts een vriendelijker gezicht (dat van Obama) aangehangen. Dit alles om een voorbeeld te stellen tegen het socialistische systeem. Het is algemeen bekend dat er in de VS al scenario’s klaar liggen wat er met Cuba moet gebeuren mocht het socialisme vallen. Kijk bijvoorbeeld maar eens op www.cafc.gov.cafc/rpt/2004/c18165.htm (als die het doet tenminste) waar Colin Powell een heel programma heeft laten schrijven dat ingaat op zaken als economie, infrastructuur, gezondheidszorg (!). De Verenigde Staten zullen hier wel even ‘orde op zaken’ stellen. Die arrogante houding voedt de anti-VS gevoelens in Latijns-Amerika natuurlijk alleen maar…

Tot zover het politiek getinte deel. Ik hoop dat ik langzaamaan de complexiteit van dit land duidelijk kan maken. Verder ben ik nog steeds bezig met mijn ‘urbanismo’ project op de universiteit waarvoor ik interessante mensen ontmoet (vorige week bij UNESCO geweest, gisteren bij de VN, morgen bij iemand van een bureau voor fysieke planning) en de stedelijke structuur van Havana probeer te ontrafelen.
Daarnaast ben ik ook wat trips aan het maken naar andere plaatsen in Cuba. Zo had ik vorig weekend mijn eigen Paul Theroux ervaring (voor de Argentinië-volgers: ja, daar is hij weer!) toen ik de Hershey-trein naar Matanzas nam. Dit is de enige elektrische spoorlijn van Cuba, aangelegd voor suikertransport. Een docent van mij hier doet onderzoek naar de waarde van deze lijn voor het cultureel/industrieel erfgoed van Cuba. Hemelsbreed liggen Havana en Matanzas nog geen 100 kilometer uit elkaar, maar de trein deed er ruim 4,5 uur over. Nogal logisch aangezien bij werkelijk ieder huisje werd gestopt. Soms was de veranda van het huis letterlijk het perron. Daarnaast werd de trein gebruikt voor het vervoer van kippen en een geit (het baasje vertelde me vol trots dat het dier liefst 40 kilo woog en veel zou opbrengen op de markt). ’s Avonds was het pikkedonker in de trein, maar werd het landschap verlicht door een bijna voortdurende lichtflits door kortsluitingen met de bovenleiding. Ook passeerden we enkele tientallen dubieuze tankwagons waar ‘Made in Iran’ op stond… Kortom, ik vond het allemaal fantastisch!

Afgelopen weekend ben ik in Viñales geweest, het hart van de Cubaanse tabaksindustrie. Niet alleen een prachtig nationaal park, maar ook ‘UNESCO World Heritage’ vanwege haar culturele waarde. Hier rookte ik een zojuist gerolde sigaar en fietste heerlijk een dagje tussen de groene heuvels door. Een hele verademing na bijna twee maanden in de drukte van Havana. Want ja, de tijd gaat snel. Ik zit al op 2/3 van mijn verblijf hier. De komende tijd zal ik nog meer rondreizen over het eiland en mijn onderzoek naar de verstedelijking van Havana voortzetten. Al met al is het weer een prachtige ervaring!

Hasta luego!