Om te beginnen één van de meest verwarrende dingen hier: de twee munteenheden. Aan de ene kant is er de CUC (peso convertible), aan de andere kant de peso cubano. De CUC is de ‘luxe’ munt, in het leven geroepen ter vervanging van de US Dollar die het land lange tijd overspoelde en is vooral voor toeristen die met een grote zak geld komen. Eén CUC is ongeveer 0,70 euro en in de hotels worden zo Europese prijzen gevraagd (een half uurtje internet kost 5 CUC). Vroeger was het voor Cubanen zelfs verboden deze munt op zak te hebben. De hele economie hier – en eigenlijk het totale dagelijks leven – draait om deze CUC. Niet alleen alle luxegoederen zijn hiermee te verkrijgen, ook alledaagse producten als olie of melk(poeder) worden in ‘minimercado’s’ in CUC verkocht. En dat terwijl de Cubaan zijn salaris krijgt in de peso cubano. Eén peso is 1/24 CUC, oftewel 1 peso = 0.7/24 ≈ 0,03 euro. Enige navraag leert mij dat de Cubaan gemiddeld zo’n 400 peso per maand verdient. En ook kan het voorkomen dat bijvoorbeeld een dokter het moet doen met een schamele 500 peso per maand. Let wel, dit is een socialistisch land, dus sommige lasten worden fors gesubsidieerd. Voor gas betaalt men bijvoorbeeld maandelijks slechts 2 peso. Dus het lage inkomen zegt niet alles. Maar het probleem is denk ik vooral dat dit een socialistisch land is, waar de (onvermijdelijke) kapitalistische invloeden voor frictie zorgen. Hoe de Cubaan met dit lage inkomen weet rond te komen is me nog steeds niet duidelijk en niemand hier kan het me goed uitleggen. Een mogelijkheid is die ene tante of neef in de VS (zo dichtbij, maar zo ver weg) die regelmatig geld opstuurt (oh, sociaal geografen opgelet: remittances!). Deze financiële injectie is voor veel Cubanen van levensbelang. Voor anderen is het een kwestie van inventief zijn en op allerlei mogelijke manieren extra geld binnen te krijgen. De toeristensector is hiervoor een uitgelezen mogelijkheid. Cuba is een land waar academisch opgeleiden werken als ober of taxichauffeur, om via de fooi aan CUC’s te komen…. Dit verklaart ook een deel van mijn frustratie die ik de vorige keer uitte over het feit dat ik vaak voor het blok gezet wordt om te betalen: sommigen Cubanen hebben nu eenmaal geen CUC’s. Dit is iets waar ik nog wat meer onderzoek naar moet doen om het goed te begrijpen.
Op straatniveau is dit verhaal van deze dubbele economie bijvoorbeeld te merken doordat beide munten zo hun eigen producten hebben. Bucanero en Christal zijn ‘CUC-biertjes’ en kosten 1 CUC per blikje, Mayabe is een ‘peso-biertje’ en kost 18 Peso. Ik heb me tot doel gesteld zoveel mogelijk producten in peso te betalen, die veel goedkoper zijn (maar het is natuurlijk vooral een leuke uitdaging).
Dat begint allereerst met een bespottende blik van de bankmedewerker als ik 10 CUC wil wisselen voor 240 peso (normaal gaat dit vooral andersom; Cubanen die peso’s wisselen voor CUC). Vervolgens voel je je even heel erg rijk (wow, dat zijn 240 busritjes, 48 bekertjes ijs, 24 pan con perro (hotdog), 24 mojito’s, 20 pizza’s of 13 Mayabe biertjes!). Maar ja, dan moet je nog wel de juiste plekken vinden waar ze ook in peso verkopen. Veel winkels en bars, zeker in het centrum van Havana, bieden namelijk alleen producten aan in CUC. Maar als je je even buiten de gebaande paden begeeft is het heel goed mogelijk goedkoop je slag te slaan. Toch liep mijn experiment om 1 dag alleen met peso’s te betalen al vast bij mijn zoektocht naar een flesje mineraalwater…
Na de val van de Sovjet-Unie is de economie hier ingestort en ook de huidige economisch crisis treft het land hard. En concreet uit zich dat ondermeer in de vervallen staat van veel gebouwen. De huur kunnen de meeste mensen nog wel betalen, maar geld om de gebouwen te onderhouden ontbreekt, waardoor – in potentie prachtige – gebouwen zich in een verschrikkelijke toestand bevinden.
En daarmee heb ik een mooi bruggetje gebouwd naar mijn studie ‘ stedenbouw’ hier (oh, oh metaforisch…). Eén van de thema’s waar ik me namelijk mee bezig houd is de renovatie van Habana Vieja, een wijk uit de koloniale tijd. Er is een speciaal bureau (Oficina del Historeador) opgericht dat zich bezig houdt met de renovatie van deze in potentie schitterende wijk. Via dit bureau (o.a. met UNESCO geld) is in ieder geval een deel nu fraai opgeknapt – en daarmee ook de toeristische waarde gehandhaafd. Als je echter 2 straten verderop kijkt is het vaak één en al arme troef.
De gehele vorige week was ik vanuit mijn studie één van de deelnemers aan een internationaal congres over het behoud en herstel van historische stadscentra, georganiseerd door de Oficina del Historeador. Interessant om naar de verschillende presentaties te luisteren en zo te horen op welke manier de historische stadcentra gerestaureerd en geconserveerd kunnen worden. En voor mij was het natuurlijk vooral leuk om architecten en stedenbouwkundigen uit Cuba, Argentinië, Brazilië, Ecuador en Venezuela te ontmoeten.
Verder ben ik al twee keer bij de Verenigde Naties hier geweest, waar ik via via contacten had. Met hen en mijn universiteit verdiep ik me in verschillende stedelijke aspecten van Habana. De renovatie van Habana Vieja dus, maar natuurlijk ook mijn interesse in de barrio’s pobres, de ‘sloppenwijken’. Komende week zal ik er hier een paar bezoeken.
Tot slot, alles gaat hier enorm lento, langzaam. Vooral de bureaucratie is een verschrikking. Na 4 weken heb ik nog steeds geen internet op de uni (het bureautje dat daar over gaat was mijn aanvraagformulier kwijt, dus moest ik opnieuw langs 4 andere bureautjes om opnieuw 4 handtekening te halen). Ook mijn academische visum heeft er ruim 3 weken over gedaan om te arriveren. Samen met de lange rijen, overvolle bussen, het onbetrouwbare aanbod in de winkels (soms is het een hele zoektocht om een plek te vinden waar bijvoorbeeld nog mineraalwater wordt verkocht), het regelmatig uitvallen van de elektriciteit of het feit dat er met enige regelmaat geen water uit de kraan komt, zijn dit zo wat frustraties uit het dagelijks leven in Cuba.
De gemiddelde toerist in luxe hotels als Habana Libre of Hotel Nacional zal van dit alles niks meekrijgen. Voor hem of haar wordt Cuba gepresenteerd als ‘heaven on earth’ en er wordt alles aan gedaan de vakantieganger op het gebaande toeristische pad te houden. Iedereen met een beetje realiteitszin prikt hier natuurlijk direct doorheen…
Goed, deze spoedcursus is natuurlijk bij lange na niet compleet en over enkele weken heeft de tijd dit verhaal wellicht allang weer achterhaald. Daarnaast snap ik van een heleboel dingen ook nog helemaal niets, dit is een complex land... De toetsing van de cursus stellen we dus maar even uit… Over een tijdje zal ik een nieuwe update geven!
Hasta luego!